Brussel: Proxi-lening voor kmos en zelfstandigen
In Vlaanderen heet het een winwinlening, in Wallonië de Prêt « Coup de Pouce ». En nu heeft ook Brussel zijn versie van de vriendenlening: de Proxi-lening. Brusselse kmos en zelfstandigen kunnen geld lenen bij familieleden, vrienden of kennissen die daar dan een belastingkrediet voor krijgen en hun lening ook deels gewaarborgd zien.
Spaargeld mobiliseren
Met de vriendenlening willen de gewesten de particulier aanzetten tot meer risicodragende investeringen. In plaats van het geld te laten staan op een spaarrekening met weinig risico en een lage vergoeding, investeert de spaarder in een onderneming die het geld goed kan gebruiken. Zeker in coronatijden.
De incentive om die overstap te maken is een belastingkrediet. Maar dit belastingkrediet krijgt u pas mits naleving van een reeks voorwaarden.
Voorwaarden
De voorwaarden in hoofde van de onderneming zijn beperkt. Het moet gaan om een kmo, die ingeschreven is in de Kruispuntbank van Ondernemingen en een vestigingseenheid heeft in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het begrip kmo betekent in dit verband een onderneming met minder dan 250 werknemers en een jaaromzet van niet meer dan 50 miljoen euro of een balanstotaal van niet meer dan 43 miljoen euro. Bovendien moet de onderneming aan het zelfstandigheidscriterium voldoen.
De investeerder moet een natuurlijke persoon zijn en hij/zij mag de lening niet beroepsmatig verlenen. Maar er zijn wel wat categorieën uitgesloten:
u kan geen Proxi-lening toestaan aan de onderneming waar u werknemer bent;
u mag zelf geen kredietnemer zijn bij een andere Proxi-lening;
de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner kan geen Proxi-lening toestaan aan zijn of haar zelfstandige echtgenoot of partner;
aandeelhouders, bestuurders, zaakvoerders, ... (en hun echtgenoten/partners) kunnen geen Proxi-lening toestaan aan de betrokken vennootschap.
Wat daarentegen wel kan, is een Proxi-lening afsluiten via een financieringsvehikel (zeg maar via crowdfunding). Dit financieringsvehikel moet wel een erkenning krijgen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering vooraleer ze van start kan gaan.
De lening
De Proxi-lening is een achtergestelde lening. Ze heeft een looptijd van 5 of 8 jaar.
Het geleende bedrag kan terugbetaald worden, hetzij in één keer na die 5 of 8 jaar of volgens een maandelijkse, driemaandelijkse, zesmaandelijkse of jaarlijkse aflossingstabel. De overeenkomst kan voorzien dat een vervroegde terugbetaling mogelijk is, zo niet is dat niet toegelaten.
De kredietgever mag maximaal 200.000 euro via één of meer Proxi-leningen uitlenen. Per onderneming mag hij/zij maar 50.000 euro uitlenen.
Omgekeerd mag een kredietnemer niet meer dan 250.000 euro via Proxi-leningen ontvangen.
De interestvoet wordt berekend volgens een formule die door de regering wordt bepaald. Hij mag niet hoger zijn dan de wettelijke rentevoet en niet lager zijn dan de helft van deze wettelijke rentevoet.
De geleende middelen moeten gebruikt worden om de activiteit van de onderneming uit te voeren en dus bijvoorbeeld niet om dividenden uit te keren of aandelen te verwerven.
Belastingkrediet
De kredietgever heeft recht op een belastingkrediet. Grosso modo kunnen we stellen dat het belastingkrediet 4% bedraagt van het gemiddeld uitstaand bedrag van een jaar, en dit gedurende de eerste twee jaren. De volgende jaren, bedraagt het nog 2,5%.
De berekening wordt iets complexer als de kredietgever meerdere keren of meerdere jaren na elkaar een Proxi-lening toestaat. Als het totaal van de leningen meer bedraagt dan 200.000 euro, dan wordt die som automatisch verlaagd tot 200.000 euro door de grondslag van het belastingkrediet aan 4% te verlagen.
Het belastingkrediet wordt toegestaan voor de looptijd van de Proxi-lening, te beginnen met het belastbaar tijdperk waarin de Proxi-lening werd gesloten.
De lening is weliswaar een achtergestelde lening, maar als het fout gaat, dan heeft de kredietgever recht op een eenmalig belastingkrediet van 30% van het verschuldigd bedrag.
In coronatijden
De Proxi-lening is here to stay. De maatregel is misschien wel getriggerd door de coronacrisis maar op zich staat ze los van de pandemie. Ze zal dus van toepassing blijven nadat we verlost zijn van de pandemie.
Maar omdat de maatregel nu toch extra-hard nodig is, verhoogt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor 2020 en 2021 het jaarlijks maximumbedrag per geldschieter tot 75.000 euro (i.p.v. 50.000 euro). Het grensbedrag per kredietnemer is in die 2 jaren 300.000 euro (i.p.v. 250.000 euro).