Tot de invoering van het nieuwe wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV) was de coöperatieve vennootschap een handige vennootschapsvorm voor de uitoefening van een vrij beroep. Het nieuwe WVV biedt andere mogelijkheden. Sterker nog, het lijkt erop dat de CV zelfs niet meer mag voor een vrij beroep.
- Een vennootschap die geen aangifte indient, wordt belast op een forfaitair bedrag dat door de wet wordt bepaald. Bovendien is er een boete verschuldigd die hoger wordt als het meer dan één keer gebeurt. Wanneer is er sprake van recidive in dit geval?
- Onderhoudsgelden zijn, onder voorwaarden, aftrekbaar ten belope van 80% van het uitgekeerde bedrag. Waar de genieter gevestigd is, is eigenlijk zonder belang voor de aftrekbaarheid. Maar als die genieter in het buitenland zit, dan spelen er andere verplichtingen.
- Als een vennootschap een actief koopt en de betaling spreidt in de tijd, dan zou je verwachten dat ze daarvoor aan de verkoper een rente moet betalen. Als dat niet het geval is, dan bespaart ze dus geld. Dit is het disconto. De boekhoudkundige waarde van het actief is de aanschaffingsprijs min dit disconto. Maar fiscaal mag je het disconto niet meer aftrekken met dank aan de hervorming van de vennootschapsbelasting.
- Eind 2007 werd een wettelijk kader gecreëerd dat werkgever toelaat om, vrij van belastingen en RSZ-bijdragen, zogenaamde niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen toe te kennen. Er zijn wat voorwaarden na te leven en er is ook een grensbedrag. Recent werd het grensbedrag voor 2020 bekendgemaakt.
- Eén van de belangrijke hervormingen uit het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (WVV) is de zogenaamde dubbele uitkeringstest. BVs en CVs mogen enkel nog maar dividenden uitkeren als de netto-actieftest en de liquiditeitstest een positief resultaat geven. Voor NVs geldt enkel de netto-actieftest.
- Als u als bedrijfsleider een lening krijgt van uw eigen vennootschap, dan kijkt de fiscus of de interest die u betaalt, marktconform is. Die marktrente wordt jaarlijks vastgelegd. De vraag is of het forfaitair berekende voordeel zonder meer geaccepteerd moet worden.
- Het Vlaams regeerakkoord bevat een aantal nieuwigheden inzake erf- en schenkbelasting. Concrete, harde voorstellen zijn er nog niet: van politieke beslissing tot effectieve wetgeving kan soms even duren
- Het energieprestatiecertificaat (EPC) bestaat sinds 1 januari 2020 ook voor zogenaamde kleine niet-residentiële gebouwen. Net zoals voor woningen moet de verkoper/verhuurder van een klein bedrijfsgebouw aan de verkoper/verhuurder meedelen wat de EPC-waarde is van het betrokken gebouw.
- Naar goede traditie worden tegen het einde van het jaar de prijzen gepubliceerd voor de openbaarmaking van de jaarrekening in de loop van het volgend jaar. Deze prijzen zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen en daarom is de neerlegging van de jaarrekening in 2020 enkele eurootjes duurder dan in 2019.